Binnenkort loopt het contract met de afvalverwerker van de gemeente Voorschoten af. De vuilniswagens moeten dan naar een ander bedrijf gaan rijden om hun inhoud kwijt te raken. Voor de gemeente aanleiding om alles nog eens goed te bekijken en ligt de keuze voor hoe om te gaan met het plastic- en metaalafval. In een raadsvoorstel worden daar drie mogelijkheden voor geschetst: wekelijks ophalen aan huis met een zak, een aparte container of meenemen met het restafval en scheiden in het afvalverwerkingsstation, de zogenaamde nascheiding.

Het college maakt de keuze om te gaan nascheiden, omdat dit uiteindelijk goedkoper en makkelijker zou zijn. GroenLinks Voorschoten vraagt zich af wat deze keuze op de langere termijn voor het milieu betekent? Als er meer plastic in het restafval komt, zal de container ook vaker moeten worden geleegd. Dat betekent dat vuilniswagens vaker door het dorp en naar het afvalverwerkingsstation rijden. Voor de grote groep mensen die al scheiden voelt het als een flinke stap terug in de vermindering van de hoeveelheid afval.

In het coalitieakkoord wordt gesproken van een vermindering van het restafval tot 50% van de ongeveer 200 kg per persoon die nu jaarlijks wordt geproduceerd. GroenLinks vraagt zich vooral af hoe het college tot deze vermindering denkt te komen. Want welke keuze er ook wordt gemaakt voor de plastic afvalscheiding, het zet geen zoden aan de dijk voor de vermindering van het restafval. In elk geval volstrekt onvoldoende om tot de gewenste halvering te komen. Die grote stap moet op een later moment gezet worden, bijvoorbeeld met het besluit om onze inwoners te laten betalen per hoeveelheid restafval. Juist daarbij kan een keuze voor nascheiding ons dan wel in de weg gaan zitten. Op vragen van onze en andere fracties kon het college niet aangeven wat de effecten van nascheiding op de langere termijn zouden zijn. Dat vinden wij zorgelijk, zeker als we nu een keuze voor nascheiding maken.

De keuze die in de raadsvergadering van november gemaakt wordt, is dus omgeven door onzekerheden. De onvolledige en onduidelijke beantwoording van gestelde vragen heeft het vertrouwen in het raadsvoorstel niet bevorderd. Daardoor lijkt het erop dat bij het voorstel van het college de lange termijn niet voor ogen gehouden wordt, maar vooral gekeken wordt naar het gemak van dat deel van de inwoners dat nonchalant omgaat met hun afval.