ok het college van B&W Voorschoten wil een betere balans tussen de hoogte van de leges en de bouwkosten bij (kleinere) bouwprojecten. In overleg met onder ander de gemeenteraad van Voorschoten, de  Ondernemersvereniging Voorschoten en de Rekenkamercommissie heeft wethouder Marcel Cramwinckel (Ruimtelijke Ordening & Financiën) een onderzoek laten uitvoeren naar de hoogte en de structuur van de huidige legestarieven voor omgevingsvergunningen in Voorschoten.

De rapportage, de uitkomsten en conclusies zijn vandaag naar de gemeenteraad gestuurd.
 
Invoering kostendekkende leges in 2018
De gemeente Voorschoten is in 2018 overgegaan op het systeem van kostendekkende leges. Hiertoe zijn de legestarieven in Voorschoten met ingang van 1 januari 2018 met 90% verhoogd. Voor 2018 waren vergunningaanvragen voor kleinere projecten zoals dakkappellen al relatief duur, maar door de kostendekkende verhoging zijn de legestarieven voor kleinere projecten onevenredig duur geworden. Dit kwam in 2018 onder andere al naar voren uit het jaarlijks onderzoek van de Vereniging Eigen Huis.
Onderzocht is hoe de mate van kostendekkendheid is berekend en hoe de huidige legestarieven tot stand zijn gekomen. Ook is een vergelijking gemaakt met omringende en vergelijkbare gemeenten en zijn aanbevelingen gedaan om tot een meer evenwichtige en eerlijke legessystematiek te komen.
 
Hoe worden de leges op dit moment in Voorschoten berekend ?
Voorschoten kent nu een systeem van legesberekening waarbij afhankelijk van de hoogte van de bouwsom een basistarief en een percentage van de bouwsom berekend wordt. Dit percentage is bij een lagere bouwsom hoger, dan bij een hogere bouwsom. Hierdoor zijn de legestarieven voor kleinere projecten relatief hoog.
De reden waarom in het verleden voor deze methode is gekozen is dat deze het meest gelijk loopt met de kosten voor het afhandelen van omgevingsvergunningen. Aan vergunningaanvragen voor grotere projecten moet in de regel meer tijd worden besteed, maar een aantal basishandelingen is voor elke vergunningaanvraag hetzelfde, ongeacht de grootte van het project. Daarom moeten voor kleinere projecten meer kosten worden gemaakt in verhouding met de bouwsom. Nadeel van deze methode is dat hierdoor bij kleinere projecten het legesbedrag onredelijk hoog kan worden in verhouding tot het project waarvoor een vergunning wordt aangevraagd.
Hierdoor waren kleinere projecten al relatief duur, maar sinds de verhoging van de legestarieven met 90% met ingang van 1 januari 2018 heeft Voorschoten de hoogste tarieven van Nederland voor kleinere projecten. Zo moet in Voorschoten voor een vergunningaanvraag voor een dakkapel van € 10.000 nu een bedrag van € 959,90 aan leges worden betaald. Dit is bijna 10% van de bouwsom.
 
Zijn de leges bij andere gemeenten wel kostendekkend?
Iedere gemeente in Nederland hanteert zijn eigen kostentoerekeningsmethodiek. Omringende en vergelijkbare gemeenten hebben lagere legestarieven dan Voorschoten, maar zijn in veel gevallen, bij lange na, niet kostendekkend. Om een goede vergelijking te kunnen maken tussen Voorschoten en andere gemeenten is diepgravend onderzoek nodig. Een vergelijking met de gemeente Wassenaar is wel goed mogelijk omdat Wassenaar de uitvoering van de Wabo-vergunningen net als de gemeente Voorschoten onder heeft gebracht bij de gezamenlijke ambtelijke Werkorganisatie Duivenvoorde; voor beide gemeenten vindt de kostentoerekening op dezelfde manier plaats.
 
Andere gemeenten berekenen de leges voor aanvragen omgevingsvergunningen op een andere wijze dan Voorschoten namelijk op basis van een vast percentage over de bouwsom; de zogenaamde ‘lineaire methode’. Hierdoor kunnen de tarieven voor kleinere projecten relatief laag worden gehouden terwijl de opbrengsten voor grotere projecten relatief hoger zijn. Een voordeel is dat hiermee kleinere projecten relatief goedkoop kunnen worden gehouden en er veel verdiend kan worden aan grote projecten.

Een nadeel is dat de legesinkomsten nog meer afhankelijk worden van grote projecten en per jaar sterk kunnen fluctueren. De gemeente Wassenaar heeft bijvoorbeeld om deze reden een ‘egalisatiereserve’ ingesteld waar éénmalige opbrengsten van grote projecten in kunnen worden gestort om eventuele tekorten in jaren zonder grote projecten te kunnen dekken.
 
Rapport en aanbevelingen
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorschoten heeft de gemeenteraad een rapport ‘Onderzoek leges Omgevingsvergunningen Voorschoten’ toegezonden met daarin conclusies en aanbevelingen namelijk dat:

  • de legesverhoging van 90% die per 1 januari 2018 is doorgevoerd tot ongewenste effecten heeft geleid. Dit geldt met name voor aanvragers van vergunningen voor kleinere projecten. Het is mogelijk om over te stappen op het systeem waarbij onafhankelijk van de hoogte van de bouwsom de leges worden berekend op basis van één vast lineair percentage over de bouwsom. Dit zal wel leiden tot meer fluctuaties in de legesinkomsten. Hiervoor zullen dan aanvullende maatregelen moeten worden getroffen. Uitgangspunt hier bij is dat de totale legesinkomsten en de mate van kostendekkendheid niet worden aangetast.
  • In het uitgevoerde onderzoek is berekend dat uitgaande van de ingediende aanvragen en legesopbrengsten in de jaren 2015-2019 Voorschoten een lineair tarief van 5,2% zou moeten berekenen om de legesopbrengsten op het huidige niveau te houden. De opbrengsten voor kleinere projecten zullen dan dalen ten opzichte van nu en de opbrengsten voor grotere projecten zullen gaan stijgen.
  • De legesopbrengsten hiermee meer dan nu per jaar zullen gaan fluctueren en meer afhankelijk worden van eenmalige opbrengsten van grote projecten.
  • In de jaren 2016-2018 zijn er in Voorschoten nauwelijks grote projecten geweest. Inmiddels is voor twee grote bouwprojecten een vergunning verleend en zal voor een derde groot project de vergunning naar verwachting binnenkort worden verleend. De legesopbrengsten van deze drie projecten bedragen samen € 1.205.000. Als gevolg hiervan bedragen de verwachte legesopbrengsten voor 2019 minimaal € 1.475.000. Dit is voor 2019 een meevaller van zeker € 900.000. De komende jaren worden er meer grote bouwprojecten verwacht zoals Starrenburg III die voor extra legesinkomsten zullen gaan zorgen. Het advies is om deze extra legesinkomsten niet vrij te laten vallen ten gunstevan de algemene middelen, maar deze meeropbrengsten te storten in een nieuw te vormen egalisatiereserve waarmee de tekorten in jaren zonder grote projecten kunnen worden gedekt.

Voor 2020 wordt een nieuwe wijze van legesberekening voorgesteld

Op basis van het bovenstaande zal het college van burgemeester en wethouders met nieuwe voorstellen komen namelijk:

  • De huidige legessystematiek voor bouwactiviteiten zoals vermeld in artikel 2.3.1 van de Tarieventabel legesverordening 2019 te vervangen door een lineair legestarief van 5,2 % van de bouwkosten. Dit zal worden verwerkt in het Raadsvoorstel legesverordening Voorschoten 2020 dat later dit jaar aan de gemeenteraad ter vaststelling zal worden aangeboden.
  • Het instellen van een egalisatiereserve te vormen om schommelingen in de opbrengsten Wabo-leges in de komende jaren op te kunnen vangen. Hiervoor zal een separaat voorstel komen.

Dit moet naar de mening van het college van B&W leiden tot een betere balans tussen de leges en de bouwkosten bij kleinere bouwprojecten. Bij de vaststelling van de hoogte van het legestarief is om het financieel herstel van Voorschoten niet in gevaar te brengen het uitgangspunt geweest dat een nieuwe wijze van legesberekening niet mag leiden tot lagere legesinkomsten.
Daar de legestarieven ook met de bovenstaande wijzigingen hoog blijven  is het college van B&W voornemens om op advies van de rekenkamercommissie een onderzoek te laten uitvoeren naar de efficiency van de afhandeling van de vergunningaanvragen.  

Naar verwachting treedt de Omgevingswet in 2021 in werking. De komst van de Omgevingswet zal naar verwachting ook gevolgen hebben voor de legestarieven. Deze gevolgen zullen op een later moment worden bezien.