Even voorstellen, Ik ben Marieke ( pseudoniem) en werk op een afdeling waar 20 bewoners wonen en die een vorm van dementie hebben. Er is bij deze mensen ook vaak een gedragsprobleem. Op deze werkvloer is elke dag anders. Deze ziekte maakt dat niets werkelijk te plannen valt als het om zorg gaat.

Graag wil ik met het schrijven hierover de lezer meenemen in een dag/moment in het leven van een verzorgende op een afdeling als deze. Vooral ook omdat het de laatste tijd zo vaak gaat over de zorg in de media. Het is maandag. Mijn wekker gaat om kwart voor 6 in de ochtend. Ik moet om 7 uur beginnen. Ik douche en maak mijzelf een beetje toonbaar voor de dag, want ook al werk je in de zorg, dat wil niet zeggen dat je er dan geen aandacht hoeft te besteden aan jezelf.

Ik doe al jaren of ik naar een belangrijke meeting moet voordat ik ga werken. Met een oogpotloodje en een lippenstift, een beetje foundation om de kringen rond mijn ogen weg te werken maak ik de match met de dageraad. Ik schiet een sportieve broek aan met een lekker shirt. het moet wel bewegelijk zijn. Bukken in een spijkerbroek als het warm is lukt mij niet. Ik ben een dame van 56 en vlieg regelmatig in een persoonlijk hitterecord. Een spijkerbroek geeft in geen enkel opzicht mee. En de heerlijke leggings van deze tijd maken mijn werkbare leven enigszins dragelijk wat dat betreft. Het is half 7. Ik drink een kop thee en neem een stuk fruit en ben op weg. Overdracht om 10 voor 7. De nachtdienst is altijd blij met mijn komst. De nachten zijn al net als de dagen in het huis waar ik werk onvoorspelbaar. Er zijn in totaal 5 afdelingen met in totaal 100 bewoners die allemaal een vorm van dementie of NAH hebben ( NAH is een niet aangeboren hersenaandoening.) Ik krijg te horen dat Wim al op is. In zijn rolstoel rijdt en niet echt blij is voor dit moment. Wim woont al een tijdje op onze afdeling.

Ik denk een jaar of 3. Hij kwam binnen wandelen. Was in het verleden erg sportief. Fietste en wandelde veel. Was erg op zichzelf. Zijn vrouw is lang lang geleden overleden en het heeft hem in mijn optiek gevormd. Wat bitter gemaakt misschien.. Wim begrijpt al heel lang zijn omgeving niet meer. De dementie maakt dat hij alle zorg, maar ook zijn omgeving ervaart als een bedreiging. Op het moment dat ik hem die ochtend zie probeer ik hem te lezen.. in te voelen met welke benadering hij het best geholpen is. Wim is incontinent en kan niet aangeven dat hij zich daarbij niet prettig voelt. Wim is een grote man. Sterk ook nog, En bij een benadering die niet past bij het moment wordt hij kwaad, gaat hij schelden schoppen en slaan. Wat ik logisch vind wanneer alles over komt als bedreiging. Mijn collega's en ik weten dat Wim reageert op muziek.. We halen hem eerst op. Ik kijk hem aan en maak eerst oogcontact. Dan zeg ik, He Wim. En ik reik mijn hand uit naar hem. Want ook al zit hij in een rolstoel, Hand in hand lopen gaat nog steeds.

Hij reageert met een lach van vage herkenning. Ik begeleidt hem met mijn hand naar zijn kamer. Daar heeft mijn collega het licht al gedimd en heeft gezorgd voor klassieke muziek. Zachtjes dein ik een tijdje met hem mee op de maat van de muziek. Net zo lang tot ik voel dat hij mijn hand losser laat. Wim kan aardig goed vast houden namelijk. Zachtjes vertel ik Wim dat ik zijn pyjama ga uitdoen, Wim kan de minste beweging van mij die hij niet begrijpt afdoen met een harde schreeuw van agitatie tot het willen slaan of schoppen. Het is dan ook zeker voor mij en mijn collega van belang dat we Wim tegemoet komen in zijn beleving van het moment. zo blijft het ook voor hem zo rustig mogelijk. Hij laat het toe. Vraagt wel een keer "wat doe je nou? 'daar blijft het bij voor nu. We wassen Wim met warme washandjes en doen hem zo snel als hij wil toelaten een t shirt en trui aan. Dit om te voorkomen dat hij kou krijgt, waardoor de agitatie op kan lopen. We nemen even pauze en deinen mee op de muziek.. Ik laat het bed een beetje omhoog gaan zodat Wim een prikkel krijgt om te gaan staan. Dit werkt over het algemeen erg goed. Wim moet namelijk nog een onderwassing krijgen en dat vraagt de meeste tactiek en inlevingsvermogen. Wim gaat in eerste instantie mee wanneer we aangeven dat we hem een andere broek aan willen geven. Tijdens de wisseling van broek laat mijn collega het oogcontact niet los en verteld hem dat het oke is en hij veilig is.

Ze danst een beetje mee op het ritme van de muziek. Ik probeer de wassing en wissel van broek zo comfortabel mogelijk te laten verlopen. Wim wordt in een moment even boos en probeert uit te halen naar mijn collega. We kennen Wim hierin en geven hem even de ruimte te reageren en gaan dan weer zo snel mogelijk terug in de rust die de muziek geeft door zijn handen mee te laten bewegen op de maat van de muziek. Alles bij Wim is delicaat als het om zorg gaat. Het glijden van de broek over zijn been kan al een prikkel tot agitatie geven. Ik ben blij dat ik deze zorg kan geven met een collega die haar vak verstaat. Die weet wat het is om met mensen te werken die zo ver in hun dementie zitten. Die snapt dat Wim ondanks zijn ziekte nog steeds gevoel van schaamte kent. De tekorten in de zorg baren mij soms zorgen. Want je moet het maar kunnen. Uit ervaring weet ik dat leerlingen die instromen van een ander vakgebied moeite hebben. Met de doelgroep, de complexe zorgvraag, De onregelmatigheid en het altijd kampen met te weinig personeel. Het moet in je genen zitten. In heel je zijn. Zorgen als professional is een vak apart. Ik ben trots dat ik mag en kan zorgen voor hele kwetsbare mensen. Voel me vereerd dat familie hun dierbare toevertrouwen in mijn en onze handen. Met alle reuring in de zorg van de laatste tijd wilde ik dit zo maar s even hebben gedeeld. Fijne dag.

Deze column is geschreven door : Marieke

Back To Top